zondag 10 april 2011

Een nieuw begin

Hè ja! Hij doet het toch gewoon. De oplettende lezer zal het wellicht zijn opgevallen dat ik na mijn laatste bericht te kampen heb gehad met een writer’s block van enige jaren. Nu, deel met mij in de blijde boodschap dat door een combinatie van journals, jaarboeken, één bijna gefaalde scriptie en enige ingrijpende kapselaborties ik sterker, beter en sneller uit de strijd ben gekomen. Inderdaad, net als Kanye West. Maar dan zonder Daft Punk en blanker. In alle opzichten beter? Anders.

Graag luid ik dit bericht in met een heuglijk gegeven: ik ben vandaag het slachtoffer geworden van discriminatie. Ach! Ik draaf weer te veel door. Om te begrijpen hoe het ooit zo ver heeft kunnen komen, bid ik u mij te volgen naar het begin van dit verhaal. Dit is niet geheel een literaire truc om mijn lezers tot het eind van dit verslag te lezen, maar wel voornamelijk.

Goed, sinds ik aan dit verslag begon is er inmiddels een dag verstreken en begin ik mijzelf ervan te verdenken dat ik helemaal geen zin heb om een gedetailleerd verslag van de afgelopen twee weken te schrijven. Echter, ik geef nog niet op. Daar gaan we dan!

27 maart was het moment daar: met twee koffers, een gitaar en een bochel aan handbaggage vertrok ik met een totaalgewicht van +/- 65 kg naar Schiphol. Het grootste gedeelte van mijn afscheid had zich de voorgaande dagen al voltrokken in Het Leidsche, dus het betrof een Family Affair. Na deze hartverscheurende taferelen knalde ik door de douane heen om bruut tot stilstand gebracht te worden, waarna ik enige tijd de ondeugende handen van een douanebeambte heb moeten weerstaan.


Het vliegtuig vloog eerst naar Parijs, alwaar ik overstapte, om in totaal 14 uur later op Kansai International Airport aan te komen. Japannnn! Via Skype en email zocht ik contact met Milan en Pyke en wist nog net de trein te halen. Tijdens mijn reis werd ik vergezeld door twee dames uit het land waar alles groter en beter is. Hun beestachtige omvang bleek mijn enige houvast, aangezien alleen mijn brandende superioriteitsgevoel mij na een nacht zonder slaap op de been hield.

In Kyoto werd ik opgewacht door Pyke, Evelien en Milan. Na enkele contracten bij de makelaar te hebben getekend, zat ik al snel in mijn kale kamer. De dagen hierop stonden vooral in het teken van het verzamelen van huisraad en het ondergaan van talloze oriëntaties aan de universiteit. Mijn kamer is inmiddels redelijk gevuld en het Hollandse predicaat ‘gezellig’ waardig. Hier, wat foto’s voor je dan.

En de buurt, gezien vanaf de buitengang van de vierde verdieping, waar ik woon.


Er is sindsdien nog niet bijzonder veel gebeurd. De afgelopen weken stonden vooral in het teken van spannende bezoekjes aan het stadhuis om een verblijfsvergunning te bemachtigen en het bemachtigen van een telefoon. Wel was er afgelopen zaterdag de openingsceremonie van de universiteit voor uitwisselingsstudenten. Het was een plechtige aangelegenheid met deftige, Christelijke Japanse professoren die vertelden dat ze erg dankbaar waren dat wij ondanks de rampen in de Tohoku-regio toch naar Japan waren gekomen. Nu ik erover nadenk, was het eigenlijk best bijzonder. Maar ja, leg dat maar eens uit. Wel heb ik foto's.


Sinds halverwege deze week staat ook de kersenbloesem volledig in bloei. Om dit te vieren heb ik deelgenomen aan enkele Hanami, een fenomeen dat eigenlijk een veredeld excuus is om vanaf het middaguur je onder de kersenbloesembomen te bezatten met vrienden, dan wel collega’s. Afgelopen woensdag had ik zowel een Hanami met Renzo als een muziekclubje van de universiteit. Naar de laatste ben ik samen met Milan gegaan en bleek het uiteraard gemakkelijk om de aanwezigen ervan te overtuigen dat we broers waren. Tweeling ging er ook nog wel in, maar dat vonden we zelf uiteindelijk ook te ver gaan. De komende week ben ik van plan nog met nog wat meer clubjes kennis te gaan maken om zo uiteindelijk in bandverband zo snel mogelijk Kyoto bij elkaar te krijsen.

Gisteren ben ik verder nog met Evelien langs twee clubjes geweest die geïnteresseerd waren in buitenlanders. Ik heb bloemen gezien en met mensen gepraat, dus ik denk dat het wel een geslaagde dag was. Vandaag ben ik met Milan en Pyke voor het eerst naar de Konami Sports Club geweest, alwaar zij flink zijn afgeheuld. Daarna zijn Pyke en ik nog naar een toneelclubje geweest. De menschen aldaar waren wat aan de rare kant, iets wat direct werd weggegeven door het feit dat we een applaus kregen toen we aankwamen. Soms voel je je hier wel een beetje circusattractie, maar met een levensstijl als de mijne is dat dan ook niet verwonderlijk.

Ondertussen zijn de colleges ook begonnen. Vorige week heb ik drie taalcolleges (vocabulaire, grammatica, meer grammatica) gehad die allemaal redelijk nuttig leken. Morgen heb ik mijn eerste en enige college van het semester met echte Japanners, Area Studies. Het leek me wel algemeen en interessant genoeg om te proberen, dus ik ga het meemaken. Oh ja, wat betreft de eerder genoemde discriminatie: Pyke en ik zijn door de verzekeringsmaatschappij van ons huis uitgekotst zonder geldige opgaaf van reden, en moeten we nu +/- €100 ophoesten om bij een iets duurdere te gaan. Blijkbaar kan dat gewoon.

Tja, het is een beetje een globaal en onpersoonlijk verslag geworden. Ik had jullie graag een betere kijk in mijn hersenspinsels gegeven, maar dat komt wellicht een volgende keer. Tot nu toe ben ik in ieder geval in mijn nopjes en een dankbaar derde wiel van Pyke en Evelien, die altijd bereid lijken mijn kamer op te fleuren met gelach en gemoedelijke warmte. De komende week staan er leuke dingen op het programma, zoals ontmoetingen met Milan en Renzo en een reis naar Nagasaki. Ik sluit af met een paar foto's die Pyke nam toen ik vergeten was dat ik een pan op het vuur had staan en zodoende mijn kamer blauw zette.

Vrede,

Martijn

Geen opmerkingen: