zaterdag 23 april 2011

Ruige dagen op Kyushu, reflectie in Kyoto

AWWWW YEAH. 0 comments houden mij echt niet tegen!

Wat heb ik gedaan?! Zie hier.

Vorige week donderdag heb ik met Milan gesport en daarna taart aan Renzo gevoerd. Dat was leuk, maar ook gezellig. Renzo moest echter al vroeg weg en Milan nog eerder. Dat kwam goed uit, want ik moest snel slapen. De volgende dag zou Matthias namelijk aankomen uit Het Echte Japan (Tokyo). Dit was, ondanks het feit dat iedereen behalve Pyke op de hoogte was, een zeer geheime operatie. Ho! Niet zo snel. Op deze zelfde dag ben ik 's middags in goed gezelschap naar de oude buurt Gion en de Kiyomizudera (tempol) geweest. Natuurlijk was het mooi, want de kersenbloesem kleurde Kyoto roze.

leuk he?

Vrijdagochtend heb ik Matthias om 8:00 's ochtends opgehaald op Kyoto Centraal. Hij was moe van de nachtbus en keek - begrijpelijk - enorm uit naar de twee rit van de dag; de nachtbus van Kyoto naar Nagasaki. Na Matthias een dag in mijn kamer en kast verstopt te hebben voor Pyke en Evelien stapten we 's avonds op de bus.

Japanners zijn jammer genoeg niet altijd even beleefd, wat bleek toen de persoon voor mij zijn stoel bijkans in mijn schoot neerklapte. Toen ik fysiek protesteerde door hem wat terug te duwen, bereikten wij een ongesproken concensus, waarna ook ik mijn zitting naar achteren lanceerde. Het was een mannelijke rit van 12 uur, waarvan 5 uur slaap.


Gebroken stapten we uit in Sumiyoshi, het uitgaansdistrict grenzend aan de universiteit van Nagasaki en de plaats van ons hotel. Hongerig en melancholiek slopen we over de campus van onze voormalige universiteit, op zoek naar ontbijt. Achter de universiteit bleek het restaurant Coco's open te zijn vanaf 7:00 's ochtends, wat precies goed uitkwam.


Vervolgens heeft Matthias een poosje bijgeslapen terwijl ik Pyke, Evelien en hun voormalige tutors, Yuuki en Arisa ontmoette. Plannen werden gemaakt om 's avonds bij stamkroeg Izakeya gezellig te doen. Matthias en ik hebben de rest van de dag voornamelijk rondgezwerfd en in het Vredespark en nagedacht over Mooie Tijden Die Nooit Meer Terugkomen©.

Toen was het tijd om naar de 'keya te gaan, alwaar wij hadden afgesproken om oude vrienden van Ron Rock, onze voormalige muziekclub, te zien. Eerder vreesden we dat de meesten van onze kenissen zouden zijn afgestudeerd, maar er stond tot onze verrassing toch nog een aardig clubje op ons te wachten.

Het was heel goed om onze oude gitarist, Baba, weer te zien. Vervolgens werden we door de voormalige clubleider Kenjiro uitgedaagd om te demonstreren dat Nederlanders goed tegen alcohol kunnen door een duel met hem aan te gaan. Al snel bleek dat hij geheel volgens Aziatische principes van plan was zichzelf op te offeren in de strijd door herhaaldelijk zijn huig open te zetten en volle glazen met van alles naar binnen te gieten. Halverwege dit schouwspel kwamen ook Pyke en co. binnen. Matthias had zich verstopt in de wc en liet met een glimlach alle woede over zich heen komen toen hij zichzelf eenmaal aan hen openbaarde.

Het was een klassieke avond en ik had het in geen tijden zo naar mijn zin gehad, al bleek naar huis lopen een aanzienlijke opgave. Matthias was vlak voor het einde van de avond al ergens zoek geraakt. Wegens een misselijk buikje was hij iets eerder opgestapt. Ondanks dat hij de sleutel van het hotel had meegenomen, slaagde hij er niet in de deur open te krijgen, waarop hij besloot door zijn voegen te zijgen en ter plekke in slaap te vallen. Gekke tijden.


De volgende dag begon laat. Na een lange tocht stapten Matthias en ik op de bus naar Fuku no Yu, het badhuis op Inasayama, de eindbaasberg van Nagasaki. Dat was prettig en mooi als vanouds. Nagasaki blijft een prachtige stad met al haar bergweggetjes en de daarop lukraak neergeplante gebouwen van alle soorten en maten.


's Avonds gingen we naar een izakaya waar Hide, de voormalige nestor van de Izakeya, nu werkt. Het was niet helemaal duidelijk waarom hij was gerelocaliseerd, maar het zal vast met de beste intenties zijn gebeurd. Hide was erg blij om Matthias en mij weer te zien. Toevallig bleek het de volgende dag zijn verjaardag te zijn, dus toen de klok eenmaal twaalf had geslagen konden we de bescheiden viering nog meemaken. Zo wild als twee jaar geleden werd het (gelukkig) niet.


Maandag stapten we rond 8:30 op de bus naar Fukuoka, vanaf waar we samen met Pyke en Evelien met de shinkansen terug zouden reizen naar Kyoto. De shinkansen zat prettig, maar gedurende twintig minuten hing er om onverklaarbare redenen een penetrante urine/vislucht om ons heen. Dat pik je dan toch weer even mee! Hier zijn wat foto's van Matthias.


Zo eindigde onze reis naar Nagasaki. Een bitterzoet avontuur, zou ik haast zeggen. Het is weer veel tekst geworden, maar waarom zou je het ook eigenlijk lezen als ik alle emoties ook in videoformaat heb gerold? Halverwege had ik geen beeldmateriaal meer, excuses.


Vorige week dinsdag hebben Matthias en ik onze voormalige drummer, Maekawa, opgezocht. Hij was inmiddels een jaar aan het werk en ging in die tijd gemiddeld om 1:00 naar bed en stond om 5:30 op. Soms kwam hij pas om 2:00 's nachts thuis. Wat is Japan toch fantastisch! Inmiddels werkt hij in Osaka, waar hij het gelukkig wat minder druk had. We hebben fijn gepraat, gegeten en gedronken, en plannen gemaakt om van de zomer van alles te gaan doen.


Op de terugweg merkten Matthias en ik op dat we vlak naast de vrouwenwagon in de trein stapten. Toen ik een korte blik naar links wierp, bleek er een verdwaalde zakenman tussen alle vrouwen in de trein te zitten. Na een paar minuten begon hij zich gewaar te worden van de zedenzaken die er boven zijn hoofd hingen als hij ook maar een vinger uitstak, en besloot daarom de rest van de reis doodstil te zitten en strak naar de grond te staren. Zie hieronder.


Wat is er verder gebeurd? Woensdag heeft Team Holland (Pyke, Evelien, Milan, Ward, Matthias, ik) zich volgestouwd in een all you can eat pizzarestaurant. Daarna mocht Matthias met een lach en een traan op zijn derde nachtbus binnen een week stappen.

Donderdag was er een feest van de universiteit om alle uitwisselingsstudenten te verwelkomen. Omdat Pyke en ik een gedeelde voorliefde voor de spotlight koesteren, hadden wij in de voorgaande week uiteraard direct ingestemd met het verzoek van een docent om als vertegenwoordigers van ons programma te speechen.

Het feest zelf was leuker dan verwacht met veel aardige Koreanen en een enge Duitser die geen Duitser was. Onze speech werd met gelach en applaus ontvangen. Na afloop moesten we met vier willekeurige mensen op de foto omdat we blanke apen zijn. We hebben er wel een Koreaanse fanclub aan over gehouden, dus we mogen niet klagen.

best cool.

Het weekend heb ik het rustig aan gedaan. Milan was er ook. Spiermassa is gekweekt, liederen zijn gezongen en Chrono Trigger is gespeeld. Gisteren (mahndag) ben ik met deze zelfde Milan naar muziekclub FSS gegaan. Onaangekondigd besloten we de clubkamer binnen te stappen en lekker spontaan te doen; ons beider sterkste punt. Tot onze opluchting bleken de aanwezigen geenszins verlegen en meer dan bereid ons van alles te vertellen en Smash Brothers met ons te spelen. Vooral De Bruine was aardig, maar veel meer wil ik er niet meer over zeggen. Komende zaterdag gaan we naar een borrel van de club om te kijken of we ons bij deze bois aansluiten.

Tot de volgende keer! Schroom niet om je lof over dit bericht uit te spreken in de commentaarsectie hieronder.

dinsdag 12 april 2011

Pannenkoeken met de guyz


Bonus! 1: Foto's van de campus


Bonus! 2: Foto's van mooi Kyoto, vandaag as it happened!

zondag 10 april 2011

Een nieuw begin

Hè ja! Hij doet het toch gewoon. De oplettende lezer zal het wellicht zijn opgevallen dat ik na mijn laatste bericht te kampen heb gehad met een writer’s block van enige jaren. Nu, deel met mij in de blijde boodschap dat door een combinatie van journals, jaarboeken, één bijna gefaalde scriptie en enige ingrijpende kapselaborties ik sterker, beter en sneller uit de strijd ben gekomen. Inderdaad, net als Kanye West. Maar dan zonder Daft Punk en blanker. In alle opzichten beter? Anders.

Graag luid ik dit bericht in met een heuglijk gegeven: ik ben vandaag het slachtoffer geworden van discriminatie. Ach! Ik draaf weer te veel door. Om te begrijpen hoe het ooit zo ver heeft kunnen komen, bid ik u mij te volgen naar het begin van dit verhaal. Dit is niet geheel een literaire truc om mijn lezers tot het eind van dit verslag te lezen, maar wel voornamelijk.

Goed, sinds ik aan dit verslag begon is er inmiddels een dag verstreken en begin ik mijzelf ervan te verdenken dat ik helemaal geen zin heb om een gedetailleerd verslag van de afgelopen twee weken te schrijven. Echter, ik geef nog niet op. Daar gaan we dan!

27 maart was het moment daar: met twee koffers, een gitaar en een bochel aan handbaggage vertrok ik met een totaalgewicht van +/- 65 kg naar Schiphol. Het grootste gedeelte van mijn afscheid had zich de voorgaande dagen al voltrokken in Het Leidsche, dus het betrof een Family Affair. Na deze hartverscheurende taferelen knalde ik door de douane heen om bruut tot stilstand gebracht te worden, waarna ik enige tijd de ondeugende handen van een douanebeambte heb moeten weerstaan.


Het vliegtuig vloog eerst naar Parijs, alwaar ik overstapte, om in totaal 14 uur later op Kansai International Airport aan te komen. Japannnn! Via Skype en email zocht ik contact met Milan en Pyke en wist nog net de trein te halen. Tijdens mijn reis werd ik vergezeld door twee dames uit het land waar alles groter en beter is. Hun beestachtige omvang bleek mijn enige houvast, aangezien alleen mijn brandende superioriteitsgevoel mij na een nacht zonder slaap op de been hield.

In Kyoto werd ik opgewacht door Pyke, Evelien en Milan. Na enkele contracten bij de makelaar te hebben getekend, zat ik al snel in mijn kale kamer. De dagen hierop stonden vooral in het teken van het verzamelen van huisraad en het ondergaan van talloze oriëntaties aan de universiteit. Mijn kamer is inmiddels redelijk gevuld en het Hollandse predicaat ‘gezellig’ waardig. Hier, wat foto’s voor je dan.

En de buurt, gezien vanaf de buitengang van de vierde verdieping, waar ik woon.


Er is sindsdien nog niet bijzonder veel gebeurd. De afgelopen weken stonden vooral in het teken van spannende bezoekjes aan het stadhuis om een verblijfsvergunning te bemachtigen en het bemachtigen van een telefoon. Wel was er afgelopen zaterdag de openingsceremonie van de universiteit voor uitwisselingsstudenten. Het was een plechtige aangelegenheid met deftige, Christelijke Japanse professoren die vertelden dat ze erg dankbaar waren dat wij ondanks de rampen in de Tohoku-regio toch naar Japan waren gekomen. Nu ik erover nadenk, was het eigenlijk best bijzonder. Maar ja, leg dat maar eens uit. Wel heb ik foto's.


Sinds halverwege deze week staat ook de kersenbloesem volledig in bloei. Om dit te vieren heb ik deelgenomen aan enkele Hanami, een fenomeen dat eigenlijk een veredeld excuus is om vanaf het middaguur je onder de kersenbloesembomen te bezatten met vrienden, dan wel collega’s. Afgelopen woensdag had ik zowel een Hanami met Renzo als een muziekclubje van de universiteit. Naar de laatste ben ik samen met Milan gegaan en bleek het uiteraard gemakkelijk om de aanwezigen ervan te overtuigen dat we broers waren. Tweeling ging er ook nog wel in, maar dat vonden we zelf uiteindelijk ook te ver gaan. De komende week ben ik van plan nog met nog wat meer clubjes kennis te gaan maken om zo uiteindelijk in bandverband zo snel mogelijk Kyoto bij elkaar te krijsen.

Gisteren ben ik verder nog met Evelien langs twee clubjes geweest die geïnteresseerd waren in buitenlanders. Ik heb bloemen gezien en met mensen gepraat, dus ik denk dat het wel een geslaagde dag was. Vandaag ben ik met Milan en Pyke voor het eerst naar de Konami Sports Club geweest, alwaar zij flink zijn afgeheuld. Daarna zijn Pyke en ik nog naar een toneelclubje geweest. De menschen aldaar waren wat aan de rare kant, iets wat direct werd weggegeven door het feit dat we een applaus kregen toen we aankwamen. Soms voel je je hier wel een beetje circusattractie, maar met een levensstijl als de mijne is dat dan ook niet verwonderlijk.

Ondertussen zijn de colleges ook begonnen. Vorige week heb ik drie taalcolleges (vocabulaire, grammatica, meer grammatica) gehad die allemaal redelijk nuttig leken. Morgen heb ik mijn eerste en enige college van het semester met echte Japanners, Area Studies. Het leek me wel algemeen en interessant genoeg om te proberen, dus ik ga het meemaken. Oh ja, wat betreft de eerder genoemde discriminatie: Pyke en ik zijn door de verzekeringsmaatschappij van ons huis uitgekotst zonder geldige opgaaf van reden, en moeten we nu +/- €100 ophoesten om bij een iets duurdere te gaan. Blijkbaar kan dat gewoon.

Tja, het is een beetje een globaal en onpersoonlijk verslag geworden. Ik had jullie graag een betere kijk in mijn hersenspinsels gegeven, maar dat komt wellicht een volgende keer. Tot nu toe ben ik in ieder geval in mijn nopjes en een dankbaar derde wiel van Pyke en Evelien, die altijd bereid lijken mijn kamer op te fleuren met gelach en gemoedelijke warmte. De komende week staan er leuke dingen op het programma, zoals ontmoetingen met Milan en Renzo en een reis naar Nagasaki. Ik sluit af met een paar foto's die Pyke nam toen ik vergeten was dat ik een pan op het vuur had staan en zodoende mijn kamer blauw zette.

Vrede,

Martijn