donderdag 1 januari 2009

Oktober 2008

"Zo, met de wintervakantie voor de deur - maar niet voor nog één tergende maandag te moeten verslaan - leek het mij een goed idee om op een luie zondag eens een aantal foto's omhoog te duwen. Beginnend bij oktober, zal ik een globaal overzicht geven van wat er hier/daar wel/niet heeft plaatsgevonden." Zo begon ik ongeveer een week geleden. Ik zal het dit bericht bij een kort verslag van oktober houden, om hopelijk ooit tevens november en december met woorden te versieren.

Het leek mij ook wel een jofele onderneming om men na drie maanden eens te laten zien hoe mijn kamer eruitziet, maar vreemd genoeg heb ik op dit moment niets meer dan een filmpje van de dag van aankomst (1 oktober), en een foto van Sander die ik kort geleden in een moment van afwezigheid toegestuurd kreeg, toen hij in benevelde toestand via het balkonraam mijn kamer binnen was gedrongen.


0: Proloog


Op 1 oktober moest iedereen vroeg opstaan om vanuit Tokyo - de prachtige foto's waarvan ik u zal blijven onthouden - op tijd met de shinkansen naar Nagasaki af te reizen. Matthias koffer viel uit elkaar. Eenmaal aangekomen was iedereen een beetje moe.



Van alle spannende dingen die er op de Tweede Dag A.D. gebeurde, staat mij nog het meeste bij dat ik bij de Donald om een vegetarische hamburger vroeg ("hamburger zonder vlees"), en een hamburger zonder burger gepresenteerd kreeg.



6 Oktober schafte het merendeel van de Nederlanders met behulp van onze Japanse tutors een telefoon aan, wat een langzame en pijnlijke procedure was. Glynis was te jong dus die kon de hik krijgen.



Als ik het mij goed herinner, was er 7-9 oktober het zogeheten kunchi-festival. Het was blijkbaar het grootste festival van Nagasaki, maar op het moment zelve kon het mij niet enorm veel verotten. Op de enige dag die we daadwerkelijk uittrokken om al die prachtige ambagchtelijke ongein te aanschouwen van 7 oktober had ik namelijk barstende hoofdpijn, dus ik was nog zieliger dan normaal. Desalniettemin: foto's.



Om op een compleet ongerelateerde noot naar het volgende fragment in deze janboel van een verhaling te maneuvreren, alhier, 9 oktober voor je bek: om naar de universiteit te komen, moet elke ochtend een flinke heuvel worden afgedaald. Met behulp van tutor Hide kochten we bij een supermarkt bovenop een berg eindelijk een fiets. Daarna zijn we met een rotvaart in het donker van de berg afgepleurd, waarop Matthias en ik bijna verongelukten. Het was de moederbom.



Op 10 oktober spraken Matthias, Schoeisel en ik voor het eerst af met onze huidige homie Ken. Ongeveer een week eerder greep hij ons bij de lurven toen hij meende te horen dat we Nederlands spraken. Hij had in eerdere jaren al positieve betrekkingen onderhouden met ons volk en aangezien hij overkwam als een vriendelijke vriend, verwelkomden wij hem met een zachte doch ferme, strelende doch aderverstrikkende handdruk in ons midden. Sindsdien zien vooral Matthias en ik hem ongeveer elke week, wat meestal resulteerd in een gezellige avond waarin heel veel eda-mame (bonen?) uit worden gezogen. 10 Oktober hebben we in ieder geval zalig okonomiyaki (voedsel) gegeten, om daarna in huidige stamkroeg Izakeya even stevig coma te zuipen. Na afscheid te hebben genomen van Ken werden we op de terugweg staande gehouden door twee Nachtwouten, wat gelukkig geen consequenties had. Toen ik Ken hierover ietwat kortaf informeerde via mail, dacht hij dat we waren gearresteerd en moest hij gerust gesteld worden.

Na wederom een dolle avond in een izakaya met de Nederlanders en Hide, betrof het programma van de 13e een serieuze zaak. We gingen naar Heiwa-Kōen (het Vredespark), waar onder andere het hypocentrum van de tweede atoombom lag. Het was enorm indrukwekkend. Hierna traden we ook het nabijgelegen museum binnen, waar ik en de Schoen alles goed op ons hebben in laten zinken. De beelden en relikwieën gekoppeld aan ooggetuigeverslagen lieten een moeilijk verteerbare indruk achter.



Op de 21e was ik met Matthias, Pyke en Evelien in het restaurant Olympic, waar je betaald je aderen kan laten dichtslibben met meters ijs. Toevallig vond bekend Japanse proppie Isshi-chan ons en wilde hij op de foto. Het was een schat van een manbaby, maar zijn geur was iets te penetrant.



De 24e moesten we op onze vrije vrijdag vroeg opstaan omdat de Umegasaki Chuugakkou (Umegasaki Middle School) moest worden bezocht. Na een vragenrondje in de aula, werden de Nederlanders over verschillende klassen verspreid, alwaar van verscheidene Japanse spelen van weleer werd genoten. Ik ging bij een groepje jongens zitten, die schijnbaar in een poging om hip te doen elkaar zo onsubtiel mogelijk plaagden. De hele dag werd er fijn doorgespeeld, en ik heb me nog nooit zo aanbeden gevoeld. De scholieren waren echt een stel beestjes van de eerste orde.




Ik weet niet meer precies waarom - waarschijnlijk omdat het vrijdag was - maar 's avonds ging ik met Tiesje en Pyke naar de Izakeya. Zoals Pyke ook op zijn blog schreef, heb ik niet vaak zo gelachen. Matthias liet op een gegeven moment een bak ijsklontjes in zijn schoot vallen, waarvan hij anderhalf uur later nog steeds klonten terugvond. Toen hij ook op een gegeven moment Rolf belde, kregen Pyke en ik hem ook zo ver een kwartier aan de lijn te houden waardoor hij ruim over de helft van zijn abonnement schoot, hetgeen een prettige telefoonrekening opleverde. Dat klinkt toch best grappig allemaal, hè?



Om toch weer even te laten gelden dat ik een rekel van onpijlbare diepgang ben, nam ik op 27 oktober na schooltijd een andere afslag, om de boel eindelijk eens in mijn eentje een beetje te verkennen. Het was een lange wandeling, en toen duisternis de onverlichte heuvelen plots verzwolg, repte ik mij terug naar mijn tweewieler. Joepie!




De 29e sprak ik af met Tatsuya en Fumi, twee Spaansstuderende Japanners. Na als vanouds iedereen te hebben verbijsterd met mijn karaoke, reden we in Tatsuya's auto een berg op die een prachtig uitkijkpunt over de stad beloofde. Ik heb jammer genoeg geen foto's gemaakt, maar het was smullen.

Tot zover oktober. Aangezien ik dit verslag vooral schreef aan de hand van foto's ben ik vast een hoop vergeten, maar hopelijk heb ik genoeg bewijs aan weten te dragen voor het feit dat ik > jij.

Geen opmerkingen: